Door Jorgos Nikolidakis
Er zijn van die Griekse eilanden, waar je wel eens van gehoord hebt, maar waar je verder geen idee van hebt of ze wel leuk zijn, of er wat te zien is en of er wat te doen is. Zo’n eiland was voor mij Tinos, totdat ik het voor het eerst ‘echt’ bezocht. Ik was als kind weleens in Tinos-stad geweest, maar meer niet. Tinos kende ik vanaf mijn jeugd vooral door de kerk van Panagia Evangelistria, het beroemdste bedevaartsoord van Griekenland. Verder wist ik dat er vele duiventillen zijn, die je op allerlei posters en ansichtkaarten ziet. Na mijn bezoek echter, afgelopen zomer, heb ik ontdekt dat Tinos veel meer is. Het is een erg leuk en zeer interessant eiland!
Tinos stad kerk Panagia Evangelistria
Wanneer je met de boot Tinos nadert, dan zie je in eerste instantie kale bergen en heuvels. Qua landschap is het een typisch Cycladen-eiland, want deze zijn over het algemeen vrij kaal. De oppervlakte is bedekt met struikgewassen die in de herfst, winter en de lente groen zijn en in zomer bruin. Met de veerboot, vanuit Piraeus bij Athene, ben je hier binnen ongeveer vier uur, vanaf Syros duurt de tocht ongeveer een uur. Vanaf het eiland Mykonos, dat ten zuiden van Tinos ligt, is het maar 30 minuten varen. Veel toeristen kiezen er daarom voor om naar Mykonos te vliegen en vanaf daar met de veerboot te komen, het scheelt behoorlijk veel tijd. Op Tinos is namelijk geen luchthaven.
Tinos is een eiland dat sinds de Neolithische periode (6500 voor Christus) voortdurend is bewoond. In het jaar 776 voor Christus valt het onder de Eretriërs uit Evia en in het jaar 650 voor Christus onder de Atheners. In 490 voor Christus wordt het eiland bezet door de Perzen, vervolgens weer de Atheners, daarna de Macedoniërs van Alexander de Grote, vervolgens de Romeinen en de Byzantijnen. Na de Byzantijnen komen de Venetianen die het eiland vanaf het jaar 1204 tot 1715 bezetten, meer dan vijf eeuwen lang dus! Deze vijf eeuwen hebben het eiland enorm beïnvloed zoals op het gebied van religie. Op het eiland is hierdoor het Orthodoxe geloof naast het Katholicisme ontstaan, daarom zijn er vandaag de dag naast de Orthodoxe kerken heel veel Katholieke kerken te zien. Op Tinos wonen ongeveer 2500 katholieken en op Syros zelfs 8.000.
Tinos-stad
Met de boot arriveer je in Tinos-stad, waar de grote haven van het eiland zich bevindt. Tinos-stad is een levendig stadje met veel restaurants, cafés en winkeltjes. Aan de rechterkant van de haven is er een rotonde, vanaf hier loopt er een brede weg (Megalochari weg) heuvelopwaarts naar de grote Panagia kerk (Evangelistria) die een paar honderd meter verder ligt. De drukste winkelstraat, die trouwens autovrij is, ligt parallel aan deze weg, een steegje verder, dat is de Evangelistria-straat. Hier zie je bijna alleen maar winkeltjes die kerkelijke voorwerpen verkopen zoals icoontjes met de Heilige Moeder en Christus, kaarsen en kruisen. Ieder jaar komen duizenden gelovigen naar het eiland om hun geloof aan de Heilige Moeder te betuigen. De meesten komen in de periode rond 25 maart, de dag van de Maria boodschap (Evangelismós tis Theotókou) en rond 15 augustus, de dag van Maria hemelvaart. De reden van de massale toestroom is de wondericoon die hier in het jaar 1823 is gevonden nadat, een jaar eerder, een non genaamd Pelagia, een visioen had gezien. Deze icoon wordt beschouwd als een werk van de Evangelist Lucas. Op de plek waar de icoon is gevonden is daarna de kerk gebouwd. De kerk wordt door pelgrims bezocht en door mensen die een gelofte hebben gedaan. Sta niet versteld als je mensen op de knieën vanaf de haven tot aan de kerk ziet kruipen, dat is een dagelijks tafereel. Op de Megalochari-weg is speciaal hiervoor een smal rood tapijt geplaatst dat vanaf de haven tot aan de kerk loopt.
Het landschap en de natuur
Tinos is een bergachtig eiland, of beter gezegd een rotsachtig eiland. Op de lagere hoogtes, tegen de hellingen van de bergen en heuvels, hebben de inwoners in de loop der eeuwen, landbouwgrond gecreëerd op verschillende hoogteniveaus. Deze smalle stroken landbouwgrond zijn van elkaar door stenen muren gescheiden. Deze muren noemt men op Tinos ‘xerolithies’ dat letterlijk ‘droge stenen’ betekent. Door de regen wordt de landbouwgrond door deze muren tegengehouden en wordt er op een natuurlijke wijze een vlakke vruchtbare landbouwgrond gecreëerd. Het is een fenomeen dat je op Tinos, maar ook op andere Cycladische eilanden ziet zoals op Syros. Op Tinos zijn er verder geen vlaktes, behalve dan bij de dorpen Komi en Kolimbithra, deze vlakte heet Livadi. In deze streek worden artisjokken gekweekt, het is zelfs zo dat ieder jaar het feest van de artisjok gehouden wordt. Verder zijn er een aantal vruchtbare valleien tussen de heuvels en zijn er op het eiland veel natuurlijke waterbronnen. Dwars over het eiland bevindt zich een bergrug die eigenlijk het eiland in noord en zuid scheidt. De hoogtes berg van Tinos heet Tsiknias die 726 meter hoog is. Aan de kust van Tinos zijn grote en kleine baaien waar zowel zand- als kiezelstranden zijn.
De huizen van Tinos
Op Tinos zijn ongeveer 60 bewoonde dorpen. Drie dagen lang heb ik met een auto rondgereden en veel van deze dorpen bezocht. Het is goed te doen, want de afstanden tussen de dorpen is niet al te groot. Stuk voor stuk waren het schilderachtige dorpen, het ene groot, het andere weer klein. De typisch Cycladische architectuur kwam overal terug, witte huisjes, platte daken, smalle steegjes die vaak onder gebouwen lopen en waar mooie arcadebogen te zien zijn. Iedere keer weer, parkeerde ik de auto aan de rand van het dorp, en liep ik er doorheen. Een aantal van deze dorpen hebben een enorme indruk op me gemaakt en ik weet zeker dat iedereen die deze dorpen gaat bezoeken, het met mij mee eens zal zijn. De huizen op Tinos hebben een eigen traditionele stijl. Ze zijn eenvoudig en functioneel ontworpen. De openingen zoals deuren en ramen zijn klein. Ze zijn wit geverfd omwille van de netheid en om het zonlicht te weerkaatsen en zo de warmte af te stoten. Een bouwmateriaal dat men veelal gebruikt is marmer dat in overvloed op het eiland voorkomt. De traditionele huizen op Tinos bestaan meestal uit twee etages. Op de bovenste etage is een ruime kamer, de woonkamer, die wordt gebruikt voor de ontvangst voor bezoekers. De woonkamer is verbonden met twee of drie kleinere slaapkamers en de keuken waar een openhaard staat. Onder de woonruimten, bevindt zich de opslagplaats voor landbouwproducten, hooi voor hun dieren, wijn etc. Vaak hebben de eigenaren hier de vereiste materialen om bijvoorbeeld zelf sterke dranken te maken zoals raki. Aan de voorkant van de eerste etage bevindt zich een soort tuin of een ommuurde binnenplaats waar tafels, stoelen en bloempotten staan. Deze binnenplaats ligt zelden in het noorden. Op de daken van de huizen is er een schoorsteen die meestal versierd is o.a. met een aarden pot. Het dak is bereikbaar via een smalle trap aan de buitenkant van het gebouw. De huizen zijn esthetisch gebouwd en de deuren en ramen zijn versierd met bovendorpels.
Mooie dorpen en bezienswaardigheden
De dorpen op Tinos zien er prachtig uit. Om het eiland te verkennen kun je vanaf Tinos-stad richting Pyrgos rijden en dan via Kalloni en Komi terug rijden. Op die manier maak je een ronde, je passeert een aantal parels van dorpen en je ziet heel veel van het soms zeer ruige landschap. Een van de leukste dorpen vond ik Kardiani, een schilderachtig dorpje tegen de met bomen begroeide hellingen van de heuvel Pateles en met fantastisch uitzicht over de Egeïsche zee. Een wandeling door de zeer smalle steegjes is een ware belevenis. Schitterende kerken, zowel Orthodoxe als Katholieke en prachtige huizen. Je ziet er marmeren waterbronnen, een waterfontein, huizen met marmeren dakramen. De meeste huizen zijn wit en zijn gebouwd met stenen en marmer uit Tinos. Op het klein pleintje is er een cafeetje en een taverna. Wat ik persoonlijk erg leuk vond, was de gastvrijheid van de inwoners. Een ouder stel nodigde me zelfs naar binnen om iets fris te drinken. Uiteindelijk werd het een glaasje raki en zelfgemaakte koeken! Vanaf Kardiani rijd ik vervolgens naar het dorp Ysternia dat eveneens aan de zuidelijke hellingen van een berg ligt op 300 meter hoogte. De berg heet Meroviglia, het uitzicht is fantastisch, je ziet vanaf hier het eiland Syros. Het is een dorp met witte huizen en smalle geplaveide steegjes. Tijdens de bouw van de huizen, van de kerken en van de stegen is ook hier veel marmer uit Tinos gebruikt, dat is iets wat je overal in het dorp terugziet. Ysternia heeft zijn economische welvaart in het verleden ook hieraan te danken, want het werd na Pyrgos, het belangrijkste ambachtelijke centrum voor marmerbewerking op het eiland. Pyrgos is het volgende dorp dat ik bezoek, voor velen is dit het mooiste dorp van Tinos. In tegenstelling tot de dorpen Kardiani en Ysternia, is er vanaf Pyrgos geen panoramisch uitzicht over de zee. De architectuur van de huizen wordt gekenmerkt door het overdadige gebruik van marmer, logisch gezien het feit dat het hier overal in de grond ligt, zowel in witte als in groene variatie.
Kardiani Tinos
In Pyrgos zijn mooie kerken (Agios Nikolaos en Agios Dimitrios), schitterende fonteinen, prachtige traditionele huizen met marmeren deur- en raamgevels, het dorp lijkt op een openluchtmuseum. In Pyrgos is een museum waar werken zijn te zien van de lokale kunstenaars. Op het grote plein is een oude plataan en hier bevindt zich ook een prachtige marmeren fontein. Rondom het plein zijn meerdere cafés, dit is tevens de drukste en gezelligste plek van het dorp. In het dorp, nabij de centrale parkeerplaats, bevindt zich de werkplaats van Michalis Saltamanikas. Michalis is een uitstekende marmerbewerker. Het is meer dan de moeite waard om hier een bezoekje te brengen, want je kunt hem aan het werk zien en veel kunstwerken van hem, die hier tentoongesteld worden, bewonderen. Het is de moeite waard om hierbij te melden dat niet ver van deze drie bergdorpen (Kardiani, Ysternia en Pyrgos) enkele zeer leuke badplaatsen liggen. Bij Kardiani is het Ornos Giannaki, bij Ysternia is het Ormos Ysternia en bij Pyrgos is het Panormos. In de zomermaanden zijn het populaire badplaatsen waar vele, vooral Griekse toeristen, naartoe komen. Wanneer je in Pyrgos bent en weer terug richting Tinos-stad wil rijden, dan raad ik je aan om de afslag richting Kalloni te nemen. Je komt dan terecht in een wilde, ruige rotsachtige omgeving met steile hellingen en ravijnen. In dit noordwestelijke gedeelte van het eiland zijn geen dorpen, maar wel een schitterend uitzicht over de zee. Ik heb hierboven een aantal dorpen genoemd, misschien doe ik andere dorpen tekort want ook de dorpen Agapi, Arnados, Dyo Choriá, Kalloni, Kampos, Komi, Triantaros, Falatados, Xinari en Steni zijn schitterend, helaas is er hier geen plek om ze allemaal te vermelden en het er uitgebreid over te hebben.
Exomvourgo
Exómvourgo is wellicht de meest imposante bezienswaardigheid van het eiland. Deze bijzondere naam, heeft deze streek te danken aan de grote rots op de gelijknamige heuvel, ten noorden van Tinos-stad. Op deze heuvel bevond zich de oude stad van Tinos waar de Akropolis van Tinos in de vijfde eeuw voor Christus gebouwd was. In het jaar 1390 kwamen de Venetianen naar het eiland, ze bouwden niet ver van de rots de Venetiaanse stad Bourgo. Een andere benaming van Exómvourgo is Xómbourgo, deze naam is afgeleid uit het Venetiaanse woord Sobborgo dat ‘in de buurt van de burcht’ betekent. De meeste inwoners van deze gemeente zijn Katholiek. Het is de Griekse gemeente waar de op één na meeste Katholieken wonen, na de gemeente Ano Syros op het Cycladische eiland Syros. De rots van Exómvourgo is een paradijs voor rots beklimmers, zowel voor beginnende klimmers als voor gevorderden. De hoogste top van Exómvourgo is 641 meter, je kunt deze top te voet beklimmen vanaf het Iera Kardia Klooster (Sacre Coeur - Heilig hart klooster) ten oosten van de rots.
Duiventillen
Een van de opvallende kenmerken van Tinos zijn de honderden duiventillen die op het eiland zijn. Duiventillen zijn landinwaarts gebouwd in gebieden waar veel water is, nabij landbouwgrond of in ravijnen. Je ziet ze ook op andere Cycladische eilanden, maar nergens zoveel als hier, het zouden er meer dan duizend zijn. Toen ik naar Tinos kwam had ik de indruk dat het kleine huisjes waren met een hoogte pakweg van maximaal twee meter. Wat heb ik me vergist! Het zijn echte huizen, meestal hoger dan vijf meter! Ze zijn enorm en bestaan uit twee verdiepingen. In de bovenste verdieping leven de duiven, de onderste verdieping wordt door de eigenaren als opslagplaats gebruikt voor landbouwproducten en landbouwgereedschappen. Het bezitten van duiventillen was in het verleden een teken van adel en aristocratie en het was een voorrecht om ze in bezit te hebben. De meeste duiventillen zijn in de 18e en de 19e eeuw gebouwd maar het waren de Venetianen die het systematisch fokken van duiven naar Tinos brachten. Het vlees van de duiven was een duur soort vlees dat door de rijken gekocht werd. Het vlees werd in de 18e en 19e eeuw in heel Griekenland verkocht maar ook in de toenmalige aristocratische steden van Klein Azië, Constantinopel (Istanbul) en Smyrni (Izmir).
Duiventil op Tinos
Volax
Volax of Volakas is een indrukwekkend natuurlandschap ten noorden van Exomvourgo. Volax is ook de naam van het piepkleine dorpje dat hier ligt. Dit gebied staat vooral bekend om de rondvormige granieten rotsen die hier in de hele omgeving liggen. Deze rotsen zijn gevormd na vulkanische uitbarstingen duizenden jaren geleden, maar volgens de Griekse mythologie zijn dit de stenen die de Titanen naar de Giganten en andersom wierpen tijdens hun ruzies. Het aanschouwen van deze rotsen is best indrukwekkend en van dit fenomeen hebben de inwoners goed gebruik gemaakt, want ze hebben hun huizen als het ware op of tegen de rotsen gebouwd. De huisjes zien er schattig uit en een wandeling door het dorp is zeker de moeite waard. De inwoners van Volakas staan in Griekenland bekend om de productie van rieten manden. Dat is een traditie uit de vorige eeuwen, waar men zich nog steeds aan houdt. In het dorp zijn een aantal taverna’s en veel souvenirwinkeltjes en er is een openluchttheater waar in de zomer voorstellingen gegeven worden.
Het zuidoosten van Tinos
In het zuidenoosten van Tinos, ten westen van Tinosstad bevinden zich wellicht de populairste badplaatsen van het eiland. Hier zijn een aantal baaien waar mooie stranden zijn, zoals Agios Ioannis Porto en Aghios Sostis. In principe kun je Agios Ioannis Porto in een adem noemen met Aghios Sostis, Agia Kyriaki en Laouti (Skilandari), daar het om vakantiedorpen gaat die in twee baaitjes naast elkaar liggen. De oostelijke baai is de baai van Agia Kyriaki (dat is de kleinere baai) hier ligt Agios Ioannis Porto. Het strand van Agios Ioannis is een georganiseerd strand met ligstoelen en parasols, in de zomer kan het hier erg druk worden. Hier zijn een aantal goede hotels waaronder Porto Raphael waar het ontzettend gezellig is en met een fantastisch uitzicht over de twee baaien.
Activiteiten op Tinos
Tinos is een eiland waar het behoorlijk veel kan waaien. Daardoor is het ook uitermate geschikt voor kite- en windsurfing. Een zeer populaire plaats hiervoor is Kolimbithra dat in een baai, centraal in het oosten van het eiland ligt. Heel populair is wandelen op Tinos. Er zijn aangegeven wandelpaden op diverse locaties. Veel wandel- en bergpaden zijn rondom de rots van Exómvourgo. Je kunt hier van dorp tot dorp wandelen en het prachtige binnenland van Tinos ontdekken.
Tot slot; is Tinos een toeristisch eiland? Ja en nee. Het zijn vooral Griekse toeristen die naar Tinos komen en de reden is de Evangelistria-kerk en de betrekkelijk kleine afstand van Athene. Toch wordt het eiland geleidelijk aan ontdekt door de buitenlandse toerist, omdat het meer te bieden heeft dan alleen maar ‘de Panagia van Tinos’. De mooie dorpen, het afwisselde landschap, de mooie baaien, stranden en zee en natuurlijk de vriendelijke mensen en het lekkere eten, maken van Tinos een heerlijke vakantiebestemming. Voor Tinos geldt hetzelfde als voor Kea en Syros. Je kunt er voor meerdere dagen komen en een of twee weken verblijven, maar je kunt het eiland ook als een deel van een eilandhop-vakantie zien. Leuk is het sowieso!
Meer informatie over Tinos vind je op:
Met dank aan: Shanna van der Valk en hotel Porto Raphael